Oefening Visie: wanneer ben ik tevreden over de studiekeuze van de leerlingen?

Een oefening om een visie op studiekeuze en onderwijsloopbaanbegeleiding te expliciteren

Deze oefening helpt je een visie op studiekeuze en onderwijsloopbaanbegeleiding te formuleren. Een visie vertelt waar je naar toe wil op middellange of lange termijn en vooral vanuit welke overtuigingen en waarden je dit doet. Het geeft dus richting aan wat je als school en als leerkracht doet en belangrijk vindt. Een visie op studiekeuze van leerlingen en hoe de school met onderwijsloopbaanbegeleiding omgaat kan antwoord geven op de vragen: waar willen we naartoe met onderwijsloopbaanbegeleidingsbeleid, waar willen we dat leerlingen staan met hun studiekeuze als ze hier klaar zijn? Waarom willen we dat? Wat maakt onze school bijzonder? Waar zijn we goed in?

Materiaal

Grote flappen, schrijfgerief en post-its.

Stap voor stap

Stap 1:

Elke deelnemer schrijft voor zichzelf het antwoord of verschillende antwoorden op een post-it in kernwoorden. Schrijf één kernwoord per post-it.
De vragen die centraal staan zijn:

  • Wanneer ben jij tevreden over (het proces van) de studiekeuze van je leerlingen?
  • Wat betekent dat voor de onderwijsloopbaanbegeleiding die je als leerkracht en als school biedt?

Stap 2:

De groep splits zich op in kleine groepjes (3 à 4 personen). Iedereen legt één voor één aan de rest van het groepje uit welke dingen ze als belangrijk hebben opgeschreven. De andere deelnemers in het groepje vragen meer informatie door waarom-vragen te stellen. Op deze manier kan je concreter maken waarom iets voor jou belangrijk is.

“Waarom kies je daarvoor?”
“Waarom zou je dat op die manier doen?”
“Waarom …?”

Stap 3:

Ga terug in grote groep zitten en verzamel en verwerk de informatie als groep aan de hand van een bordschema.
Iedereen plakt zijn/haar post-its in de eerste kolom. Nadien overloop je samen één voor één de post-its en vult de rest van het bordschema aan.

Wat vind je belangrijk?Waarom?Welke dromen schuilen hier achter?Wat heb je hiervoor nodig/randvoorwaarden?(Laat hier iedereen zijn/haar post-its met kernwoorden plakken.)(Schrijf in kernwoorden op welke dingen gezegd worden. Als iets herhaald wordt, kan je argumenten ook turven.)(Je kan leerkrachten de kans geven om hier op voorhand even over na te denken of in kleine groepjes te bespreken.)(Je kan leerkrachten de kans geven om hier op voorhand even over na te denken of in kleine groepjes te bespreken.)

Enkele richtvragen:

  • Is een studiekeuze maken op school of in jouw klas een momentopname of een langdurig proces?
  • Wat hebben leerlingen nodig om een goede studiekeuze te maken? Hoe vullen jullie ‘jezelf leren kennen’, ‘breed ontdekken’ en ‘leren kiezen’ concreet in?
  • Hou je rekening met de verschillende achtergronden van je leerlingen? De verschillen in kansen om te leren buiten de school? Zo ja, hoe?
  • Wat vinden jullie belangrijk in het creëren van een leeromgeving waarin leerlingen kunnen nadenken over studiekeuze?
  • Welke rol zie je voor jezelf als begeleider weg gelegd?
  • Wat verwacht je van ouders? Kan je die verwachting hebben ten opzichte van alle ouders of moet je differentiëren?
  • Waar hou je rekening mee als je je leerlingen evalueert? Met hun punten of ook met andere elementen? Welke?
  • Welke rol geef jij jezelf als begeleider om aan de studiehouding en –vaardigheden van je leerlingen te werken?

Volgende stap

Neem dit schema als leidraad voor het uitschrijven van je visie. Schrijven doe je best in kleine groep maar koppel regelmatig terug naar de hele groep die meewerkte aan het proces.

Ga ook eens na op welke manier deze visie op studiekeuze en onderwijsloopbaanbegeleiding verweven kan worden in alle beleidsdomeinen binnen de school en hoe ze gelinkt is aan het pedagogisch project.

Stel je visie puntsgewijs op en vergelijk ze, op een volgend overleg, met de onderzoeksresultaten van Transbaso.

  • Sluit onze visie aan bij de onderzoeksresultaten van Transbaso?
  • Zijn er uitgangspunten die in onze visie ontbreken?
  • Zijn er onderzoeksresultaten die voor onze visie een meerwaarde kunnen betekenen?

Bespreek in plenum wat in de verschillende groepjes aan bod is gekomen. Vul aan met nieuwe ideeën, herformuleer, … .

Aandachtspunten

Inhoud

Enkele randvoorwaarden. Een visie werkt pas als: - die gedragen is door het hele team - die inspirerend en misschien zelfs wat gedurfd is; - er naar de visie gehandeld wordt. Richtlijnen - Deze oefeningen laten je stilstaan waarom dingen gebeuren. Vanuit die waarom-vraag kan je het gesprek aangaan met je collega’s en zoeken naar elementen waar jullie in overeenkomen. Tegelijk probeer je een droom te verwoorden. Je gaat als team op zoek naar de meest wenselijke situatie. - Reserveer voldoende tijd om gesprekken af te kunnen ronden. - De gespreksbegeleider staat buiten de discussie en probeert het gesprek constructief vorm te geven door door te vragen, samen te vatten, … aan de hand van de richtvragen in stap 3

Groep

Heeft iedereen iets kunnen opschrijven? Waarom niet? Voelt iedereen zich betrokken, of zijn het vooral de leerkrachten van het vijfde en zesde leerjaar? Wat vinden de leerkrachten belangrijk? Is hier grote overlap in of net grote tegenstelling? Waarom worden die elementen als ‘belangrijk’ geselecteerd? Welke waarden schuilen hier achter? Waarin schuilen verschillen? Laat eventueel ieder zijn kant beargumenteren en kijk of er een consensus te vinden is? Krijgt iedereen de kans om evenredig bij te dragen aan de discussie?

Alternatieve methode

Je kan deze discussie ook op een creatievere manier aanpakken. Kijk daarvoor eens naar deze methodiek.

Je kan dezelfde discussiemethodiek ook toepassen op casussen uit je eigen school. Schrijf daarvoor per twee een casus op en formuleer welke uitdaging je ziet bij deze leerlingen. Hoe kan je op school tegemoet komen aan de uitdagingen die deze kinderen stellen? Schrijf dit op de post-its en doorloop verder de bovenstaande stappen vanaf stap 2.

Meer lezen

Het ontwikkelen van een visie op school?