Praktijkvoorbeeld samenwerking tussen basis en secundair

Een gecoördineerde aanpak voor een vlotte overgang

Je moet de kloof tussen basis en secundair verkleinen, zodat iedereen zijn job beter kan doen. Waar komen leerlingen vandaan en waar gaan ze naartoe?
coördinator BASO, scholengroep Sint-Nicolaas

Wat

Scholengemeenschap Sint-Nicolaas bouwt sinds enkele jaren aan een intense samenwerking tussen het basis- en secundair onderwijs. Wat startte als een kleinschalig initiatief van enkele leerkrachten Frans die gingen samen zitten met hun collega’s uit het basisonderwijs, is intussen uitgegroeid tot een goed gestructureerde aanpak. Er is een coördinator aangesteld die beide onderwijsniveaus dichter bij elkaar brengt. Hij is als het ware de brugfiguur die een vlotte informatiedoorstroom bewaakt en waardevolle samenwerkingsinitiatieven ondersteunt.

Dit heeft intussen geleid tot een echte samenwerkingscultuur, waar collega’s uit basis en secundair met veel interesse en respect voor mekaars eigenheid het gesprek aangaan en zoeken naar de beste manier om leerlingen te begeiden. Zo ontstond er bijvoorbeeld een uitwisseldag over de B-stroom en werd er gezamenlijk werk gemaakt van een zorg- en adviesformulier en een document over basiszorg. Ook voor leerlingen en ouders zijn er heel wat initiatieven, zoals de jaarlijkse PEP-dagen (Proeven En Proberen). Dit is een grootschalige infobeurs voor leerlingen van de basisschool om studiegebieden te ontdekken en hiervan gedurende een dag te proeven in een school. Het is een klas- en schooloverstijgend initiatief, dat met 1600 leerlingen uit 44 basisscholen en 20 studiegebieden in 10 secundaire scholen een groot succes kan worden genoemd. Het is een kans voor iedereen, leerlingen én leerkrachten, om elkaar beter te leren kennen. En dat loont.

Waarom

De overgang van basis naar secundair is vaak complex voor leerlingen en ouders. Leerlingen komen niet altijd op de juiste plek terecht, wat vaak tot faalervaringen leidt. Vooral kansarme kinderen hebben nood aan extra ondersteuning, om niet in het watervalsysteem terecht te komen. Daarnaast merkten ze in de scholengroep op dat leerkrachten in het basisonderwijs doorgaans weinig vertrouwd zijn met TSO en BSO, waardoor deze richtingen vaak minder aandacht krijgen in een studie- en schoolkeuzeproces. Ook bestonden er heel wat misverstanden tussen de twee niveaus, wat leidde tot vooroordelen over de manier van werken, de zorg en de sfeer in de klas. Om hieraan te verhelpen, zette de scholengemeenschap een intensievere samenwerking op tussen het basis- en het secundair onderwijs.

Wie

De scholengemeenschap heeft er voor gekozen om iemand een expliciet mandaat te geven om beide niveaus dichter bij elkaar te brengen. Er werd een coördinator BASO aangesteld die zorgt voor de concrete uitwerking van ideeën en de continuïteit garandeert. Een BASO-stuurgroep met vertegenwoordigers van schoolbesturen, directie, CLB, … komt drie keer per jaar samen en zet de koers uit.

Succesfactoren

  • Draagvlak: alle betrokken scholen zijn overtuigd van de meerwaarde. De coördinator houdt vinger aan de pols in de verschillende scholen, hij weet wat er leeft en bewaakt dat ieders bekommernissen een plaats krijgen.
  • Gecoördineerde aanpak: iemand moet tijd en een mandaat krijgen om ermee bezig te zijn, om ideeën concreet uit te werken en voor continuïteit te zorgen. Zo niet dreigt het bij goede intenties alleen te blijven.
  • Erkenning: vertrek van wat leeft in schoolteams. Betrek mensen van de werkvloer, haal leerkrachten uit hun klas, erken hun deskundigheid en vermenigvuldig wat goed is.

Aandachtspunten

  • Elkaar echt goed leren kennen vraagt tijd. Ga niet te snel, maar start kleinschalig en geef de samenwerking kans om te groeien en wortel te schieten.
  • Respecteer iedereen in zijn taken en verantwoordelijkheden. Iedereen moet zich erkend voelen, zo niet investeer je in weerstand.

Met dank aan

Scholengemeenschap Sint-Nicolaas (Sint-Niklaas)