Stappenplan voor een kindcontact
VOOR
##Wanneer en hoe organiseer je een kindcontact - Probeer minstens twee keer per schooljaar een kindcontact te organiseren. Zo kan je de groei van je leerlingen goed opvolgen. Blik terug op wat er tijdens het eerste gesprek is gezegd en afgesproken. Op deze manier hebben jullie het gevoel dat jullie samen ergens naartoe werken. - Koppel een kindcontact aan een rapport, een oudercontact of een adviesgesprek. Het kindgesprek vindt dan plaats na het krijgen van het rapport en vóór het oudercontact of advies. - Kies een manier waarop jij de kindcontacten het vlotst kan organiseren in de klas. Enkele opties: - Organiseer een kindcontact tijdens de middagpauze. Samen boterhammen eten maakt het gesprek wat informeler. - Spreek een collega of zorgleerkracht aan om je klas over te nemen terwijl de kindcontacten ergens anders doorgaan. - Laat je leerlingen aansluiten in de klas bij één of meerdere collega’s (bijvoorbeeld voor peer tutoring). - Laat de kindcontacten doorgaan terwijl de rest van de klas een zelfstandige opdracht heeft. - Doen jullie aan co-teaching op school? Laat je co de klas overnemen terwijl jij gesprekken met de leerlingen voert. - Weeg de voor- en nadelen van de organisatie goed af. Hou ook rekening met factoren als overbelasting van collega’s, privacy van je leerlingen, roemoer en afleiding in de klas, ... - Zorg dat je per leerling 15 à 20 minuten tijd hebt voor een gesprek. Dit betekent dat je meerdere lesuren of middagen moet uitrekken voor de kindcontacten. Plan dit zorgvuldig.De leerlingen verlangen daar echt naar. Ze vinden het ook tof om de vragen in te vullen. En als je niet iedereen achter elkaar kan doen in je beschikbare tijd dan vragen ze wanneer we verder kunnen doen. De leerlingen zitten echt op dat gesprek te wachten, dat babbeltje, die feedback die ze krijgen, zelf hun ding kunnen zeggen. Dus ik merk dat dat echt wel leeft in mijn klas. Je voelt dat er veel uitkomt uit die kindcontacten. leerkracht 6de leerjaar
##Het gesprek voorbereiden - Voorzie een aparte ruimte waar je ongestoord kan praten. Je kan je beter concentreren en het versterkt ook het vertrouwen om vrijuit te praten.De zorgleerkracht wordt bij ons dan een week vrij gepland en zij neemt een hele week de klassen over. Je weet dan dat het kindcontacten zijn, dus dat je dan niet kan rekenen de zorgleerkracht, want die zit in een andere klas. Soms neemt zij één klas over en soms twee klassen tegelijkertijd. Zo kan ik één voor één de kinderen bij mij roepen. Op deze manier ligt het vast voor de hele school en is het duidelijk. leerkracht 6de leerjaar
- Bepaal op voorhand de focus van het gesprek, zo zorg je voor voldoende diepgang. Er zijn tal van mogelijke onderwerpen, zoals welbevinden in de klas, het rapport bespreken en uitdiepen, studie- en schoolkeuze, kwaliteiten breed in kaart brengen, … - Vraag aan je leerlingen om het gesprek kort voor te bereiden. Dit kan aan de hand van enkele vragen of gespreksopeners. Voorzie hier tijd voor in de klas of geef het mee als huiswerk. - Stem de vragen af op je leerlingen. Je kan werken met open vragen of kies voor stellingen met een 5-puntenschaal of smileys. Of werk met een visuele voorstelling, zoals het inkleuren van een spinnenweb of een thermometer. open vragen: - Waarin wil jij de beste zijn? - Waar ben je goed in? - Hoe bereik jij je doel? - Wie vraag jij het liefst om hulp? - Waar ben je trots op? - Waarmee kan jij iemand anders goed helpen? - Waar droom jij van? - Wat zou je graag willen durven? - Welk complimentje zou jij graag willen krijgen? - Waar word jij blij van? - Wat maakt jou bijzonder? - ... schaalvragen: - Ik kan me goed concentreren - Ik wil de beste zijn - Ik wil geen fouten maken - Ik vind het werk moeilijk - Ik werk het liefst samen - Ik denk snel dat ik iets kan - Ik ben tevreden over mezelf - Ik help anderen graag - …Onze patio is wel een meerwaarde, ook al worden we hier soms ook gestoord. Als je de kindcontacten in de klas zou doen, zou je als meester nog meer gestoord worden. Eigenlijk vind ik dat zelfs geen optie. Want ik denk dat een kind zich dan ook niet veilig genoeg voelt. Soms zeggen ze echt wel gevoelige dingen of dingen over thuis. Anders zeggen ze dat niet hé, denk ik, als ze zich niet veilig voelen. leerkracht 6de leerjaar