Tips om breed te evalueren
Geef kwaliteiten een plaats op het rapport
- Het rapport is in de eerste plaats een communicatiemiddel met ouders. Denk goed na over de boodschap die je wil brengen. De boodschap op het rapport bepaalt voor een groot deel waarover ouders met hun kinderen praten.
- Geef niet enkel cijfers op het rapport. Schrijf een woordje uitleg over de vooruitgang van je leerling. Benadruk het positieve.
- Schaf gemiddeldes af. Vergelijk een leerling enkel met zichzelf. Je leerlingen hebben niet allemaal dezelfde kwaliteiten en competenties. Het is dus interessanter om de persoonlijke groei van een leerling centraal te zetten, los van de evolutie die klasgenootjes doormaken. Relativeer deze groei ook: het is onmogelijk om steeds beter en beter te worden. Het is goed om te beseffen dat je ergens minder goed in bent.
- Scoort een leerling op sommige vlakken niet goed, geef dan aan waarom de punten slecht zijn. Dat geeft ouders de aanzet om te vragen aan hun kind wat er precies moeilijk aan was. Als er echt problemen zijn, nodig de ouders dan liever ene paar keer meer uit op school, dan een droge commentaar op het rapport te schrijven. Met een gesprek kan je nuanceren en samen naar een oplossing zoeken.
- Beklemtoon op het rapport wat de leerling graag doet en waar hij/zij goed in is. Geef alle kwaliteiten een plaats op je rapport. Als je werkt met de meervoudige intelligenties van Gardner of de talentenarchipel, kan je deze indeling gebruiken.
- Zorg dat ook leerlingen kunnen stilstaan bij hun rapport en feedback kunnen geven. Werk met symbooltjes waarmee ze hun eigen tevredenheid of werkpunten kunnen aangeven of neem enkele reflectievragen op: Waarin ben ik gegroeid in vergelijking met mijn vorige rapport? Wat zijn mijn sterke punten? Wat zijn mijn werkpunten? …
Bron
Klasse, ‘Wat schrijf jij op het rapport’, 16 oktober 2016.