Uit ons onderzoek blijkt dat kwetsbare ouders niet kunnen of durven doorvragen naar cruciale informatie voor de toekomst van hun kind (zoals bv. biedt de school ook interessante studierichtingen voor hun kind aan vanaf de tweede graad, is er een anti-pest beleid,…) en omdat scholen zo vrij zijn in de invulling van hun aanbod en organisatie dat er geen ‘algemene’ uitleg gegeven kan worden over het secundair onderwijs.

Leerkrachten uit het basisonderwijs geven aan dat ze nu veel cruciale informatie missen van bepaalde secundaire scholen (vaak scholen van een ander onderwijsnet) in de buurt om leerlingen goed en vooral ook objectief te kunnen informeren.

Uit ons onderzoek blijkt dat leerkrachten van het basisonderwijs hun leerlingen willen geruststellen over die grote stap. Ze vinden het gemakkelijker om hun leerlingen los te laten als ze weten dat ze goed terechtkomen. Uit de samenwerking tussen basisscholen en secundaire scholen ontstaan ook vaak kleine, mooie ideetjes voor een warmere overdracht.

Basisscholen steken nu soms heel veel energie in het verzamelen van gegevens over leerlingen (bv. BASO-fiche) die in de secundaire scholen amper worden bekeken. Uit de praktijk leren we dat elke basisschool en elke secundaire school andere standpunten heeft over het doorgeven van leerlingendata en dat die visie op data nauw samenhangt met de visie op leerlingen en onderwijs. Communiceer dus over wat voor jullie interessante en relevante informatie is en waarom (bv. hoe verloopt jullie intakeprocedure).

Basisscholen kunnen veel leren uit deze informatie om leerlingen en ouders beter te informeren over welke scholen goed of minder goed aansluiten bij bepaalde noden van leerlingen. Om leerkrachten regelmatig informatie te laten bijsturen, is het belangrijk om jaarlijks iets terug te koppelen over hun oud-leerlingen.

Uit ons onderzoek leren we dat informatie over het secundair goed binnenkomt bij ouders als ze komt uit het secundair onderwijs zelf. "Zij zullen het wel weten, zeker." Basisscholen die niet nauw samenwerken met secundaire scholen vinden het aartsmoeilijk om ouders te informeren over de secundaire scholen en blijven soms vaag of stellen het geven van informatie uit.

Basisscholen begeleiden het keuzeproces, zij kennen de noden van hun leerlingen en ouders het beste. Zij weten dus beter wat er wanneer nodig is om hen te informeren en te ondersteunen.

Kwetsbare ouders die minder proactief te werk (kunnen) gaan, kunnen  geen weldoordachte schoolkeuze maken omdat ze te laat starten met zich te informeren.

Dit maakt de overstap van A naar B of van B naar A minder groot en leerlingen kunnen op dezelfde school blijven, wat hun welbevinden ten goede komt. We leren uit ons onderzoek dat de mobiliteit tussen A- en B-stroom momenteel bijzonder klein is.

Leerlingen moeten hun kwaliteiten en interesses verder kunnen ontdekken in de eerste graad. Uit ons onderzoek en uit de praktijk leren we immers dat leerlingen nog heel wat te ontdekken hebben na de lagere school. Denk dan bijvoorbeeld aan domeinen als voeding en horeca, STEM, economie en organisatie, land- en tuinbouw, sport. Denk ook zéker aan de uitbouw van minder theoretische opties dan moderne wetenschappen en Latijn.